Moshi

Waarschuwing: dit is een lang dag verslag, dus pak je kop thee en dekentje er maar bij daar in het koude Nederland! ;)
13 november
Vandaag liep ik met Priscilla mee op de Male Ward, waar alle zieke mannen dus liggen. Er liggen er veel met een motor ongeluk (het verkeer is hier ook zo gevaarlijk). Ook lag er een patiënt met HIV, Tuberculose èn cryptococcale meningitis, een ontsteking van het membraan van de hersenen.
Op deze afdeling begint de patiëntenronde rond 9 à 10 uur. Het ging, zoals alles hier, heel langzaam, zo deden we bijna twee uur over twee patiënten. Het was ook veel staan en dus vermoeiend, vooral als er zo weinig te doen is. Hoogtepunt: handmatig de bloeddruk opmeten (met pompje, drukmeter en stethoscoop) is geen probleem meer voor me!
Er lag ook nog een man van wel 108 in het privé kamertje met een longontsteking. 108! Hij had dan ook enorm dunne polsjes en je zag meer zijn schedel dan een hoofd.
Vandaag was het ook Riks laatste ziekenhuisdag dus zijn we met Priscilla wat gaan lunchen bij een local tentje vlakbij het ziekenhuis waar we al een tijd heen wilden. Voor €2,72 hebben we geluncht! Niet per persoon, maar voor alles bij elkaar!
Rik vertelde nog dat dokter Allan zei dat zijn moeder had gevraagd waar we waren vorig weekend en ze had zich afgevraagd of we nog langs zouden komen. Ook -wat ik heel bijzonder vindt om te horen- bidt ze elke avond voor ons twee! Ik wil graag weer langs, maar die tocht ga ik toch echt niet nog een keer maken ben ik bang.

In de brandende zon liepen we terug van het café naar huis, waar ik besloot mijn Afrikaanse vlechten eruit te halen. Dus zat ik daar na een dik half uur, met behulp van Rik en Prik, met een enorme bos krullen (wist ik veel dat ik zoveel haar had!)
Van mzungu, naar Afrikaan, naar Braziliaan dus! Ik vind het bijna leuker dan mijn eigen haar :)

15 november
Om half 3 's nachts zijn we opgestaan om afscheid te nemen van Rik die helaas is vertrokken naar Nederland.
In het ziekenhuis besloot ik om morgen weg te gaan van de Male Ward, want de dokter is zooo traag. Ik leer wel veel nieuwe ziektebeelden, maar het is te vermoeiend, vooral in deze week. Ik was blij toen de zuster van Major naar de afdeling kwam om te vragen of we een keizersnede wilden zien.
De operatie was zo gepiept. De baby had wel een vrij grote punthoofd, maar was gezond. Alweer mijne vijfde keizersnede!
Trouwens, vergeet ik bijna het belangrijkste te schrijven: vanochtend mochten Pricilla en ik mee op de ambulance om een patiënt met hypertensie naar het Mount Meru Hospital in Arusha te brengen.
Één keer, maar nooit meer opnieuw. Dat was twee keer een bijna dood ervaring. Een spookrijdend busje kwam op ons af en zowel de ambulance als de spookrijder waren niet van plan om voor elkaar uit te wijken... ik denk dat de ambulance pas op twee meter voor het busje uitweek naar links. En ik vond de Dalla Dalla al gevaarlijk.
De ambulance gebruikte telkens zijn toeter als sirene en scheurde als in een actiefilm langs alle auto's.
Maarrrr ik leef nog.

16 november
Ik ben een stuk gelukkiger nu ik weer een dag meegelopen heb bij de POPD!
Deze keer waren er veel lieve kinderen die mij heel interessant vonden, ook wat huilertjes natuurlijk. En ik heb nog nooit zoveel malaria testen moeten doen! Een stuk of 7 in 4 uur tijd, gelukkig allemaal negatief. Er waren veel meisjes met prinsessenjurken en een zusje dat haar kleine broertje (die het eng vond) probeerde op te vrolijken.
Ik merk dat ik de laatste tijd de dingen wat minder goed beschrijf, maar dat komt waarschijnlijk omdat ik zo gewend ben aan het mooie, groene landschap hier. Ook aan de manier waarop de dingen hier gaan verbaasd me niet meer. Ik las laatst een stukje tekst dat een nieuwe vrijwilliger uit het ziekenhuis had geschreven. Haar viel heel veel op als: dat er geen mannen zijn bij de bevalling van de vrouw om te steunen, dat de pasgeboren baby's niet goed schoongemaakt worden, dat ze maar ingepakt op een tafeltje gelegd worden wachtend tot ze naar de moeder mogen.
Er zijn zoveel verschillen, maar ik ben er ook al zo lang.
Soms heb ik wel eens zin om in het vliegtuig naar huis te zitten en iedereen (maar vooral mijn allerliefste katten) weer te zien. Maar goed, ik heb nog 2,5 week hier en daar ga ik alles uit proberen te halen, hoewel ik al zoveel gedaan heb!
Vandaag besloot ik voor de tweede keer te gaan kanoën samen met de drie nieuwe meiden uit het vrijwilligershuis. Het was weer een mooie tocht met een prachtig landschap. We zagen veel (ijs)vogels en een paar grote leguanen die op een tak aan de oevers lagen te niksen. Begeleid door twee gidsen (voor de twee kano's) vaarden we een uurtje rond met een laaghangende zon. Na de tocht dronken we nog wat en bekeken de foto's en daarna liepen we terug naar het huis. Onderweg kochten we een gebraden maïskolf (die ze op elke hoek van de straat, maar in dit geval op het verlaten zandpad, verkopen). Het was prima te eten, maar we misten een beetje zout.
Nu lig ik op de bank in de woonkamer met het kaarsje aan te schrijven en te niksen. Ik hoorde net dat Lena thuis mijn geschreven kaart heeft ontvangen! Maar ook die van opa en oma op een of andere manier, dus dat moet nog even geregeld worden Haha.
Liefs, Laura
Ps. Kennen jullie dokter Allan nog over wie ik heb geschreven, met wie we naar zijn dorp gelopen zijn en die zo moeilijk zijn studie kan betalen omdat hij alleen vrijwilligerswerk doet? Goed nieuws: hij heeft werk en gaat studeren!

17 november
Vandaag scheen de ochtendzon weer mooi het huis binnen. Zoals altijd vertrokken we om half 9, maar bij de POPD begon het vandaag pas om 10:10! We hebben namelijk de beste Franki nodig die alle documenten klaarlegt van de patiënten. Franki is een slungelige man met gebroken tanden en een sullige glimlach op zijn gezicht, maar heel vriendelijk ondanks zijn gebrekkige Engels. Vaak is hij een rondje aan het lopen op het moment dat we hem nodig hebben, net als vanochtend dus. Maar ook de artsen zijn altijd laat, behalve dokter Allan, dus daar praatte ik vanochtend mee. Hij was heel moe zei hij, door die tocht die hij elke dag moet maken.
Verder heb je nog dokter Joyce, een grappige, grote vrouw. Ze haalt altijd wel een aantal keer haar neus op, of in ieder geval zo'n soort geluid, of laat een ingehouden boer. Het is wel echt lachen dat ze zo schaamteloos is, daarbij is ze de enige dokter die nog enigszins met de kinderen speelt.
Dan hebben we ten slotte dokter Elisabeth met wie ik hier en daar wel kan lachen, maar ze zegt ook gauw "get this for me" of "do that". Daarnaast zat ze vandaag ongeïnteresseerd op haar mobiel wat berichtjes te lezen, terwijl de moeder vertelde wat er met haar kind aan de hand was! Gekkigheid dus!! Maar zoals ik al eerder schreef: de patiënt is hier niet de koning zoals in Nederland, de dokter lijkt dat bijna wel.
Maar goed, meestal doen we malariatestjes gewoon aan de dokterstafel, maar sinds vandaag gebeurt dat in een kamertje hier tegenover, waar ze ook de HIV testen altijd doen. Rara, wie mocht dat praktijkje kort runnen? Ik!
Ik verhuisde gauw de spullen daarheen en de map waarin je de malaria uitslagen bijhoudt, want er was al een patiënt aan het wachten.
Wel onhandig dat ik nu steeds tussen die twee gebouwtjes heen en weer moest lopen, want de verpleegster die daar meestal zit was er niet.
Het gaat als volgt:
Naam, datum, geboortedatum, tijd en plaats op het testje schrijven, handschoenen aan, vingertje schoonmaken met alcohol, de beruchte vingerprik doen, bloed met een staafje verzamelen, op het testje leggen, kind troosten, twee druppels indicator in een ander gaatje en wachten op de uitslag. Dan zijn er nog twee mappen waarin je de uitslag vastlegt en het kind met de moeder een briefje geven met daarop de uitslag.
Ik vond het leuk om te doen, maar bleef toen de verpleegster van de testen er was wel zitten om alle diagnoses te horen.
Toen ik tussendoor eruit kneep om bij het Major Theater naar de wc te gaan en ik terugliep waren plots alle dokters en verpleegsters van hun afdelingen verdwenen. Er bleek gisteren iets tragisch gebeurd te zijn: een dokter, 39, die in ons ziekenhuis gewerkt had, was omgekomen door een motor ongeluk. Van een afstand keek ik naar het grote kantoor waar alle medewerkers in een ronde, zingend, het gebouw in liepen om hem te zien liggen. Ik had het achteraf graag willen zien, vooral toen ik hoorde dat Pricilla en Geertje mee gingen met de ronde.
Het duurde wel een klein uur voor de stoet vanaf dit beginpunt met de auto vertrok naar een andere plek.
Omdat Franki, van de administratie dus, er ook niet was konden we weer weinig. Dokter Allan legde me buiten het gebouwtje nog wat uit over het verschil in symptomen tussen een strenge longontsteking en een normale. Na wat praten, net als we die ochtend hadden gedaan, ben ik de rest gaan opzoeken en gingen we al om 1 uur naar huis.
Thuis deed ik mijn was en ben ik in de warme zon, met muziek op, op mijn handdoek in slaap gevallen. Heerlijk!

19 november
Ik ben net terug van een geweldig en lang weekend in Moshi. Twee vrijwilligers uit het ziekenhuis hadden aan onze groep al eerder gevraagd of we mee wilden met hun tripje naar Moshi. Uiteindelijk zijn de drie nieuwe meiden, Geertje en ik meegegaan met het volle vrijwilligershuis van de twee vrijwilligers. We waren dus met een groep van 15!
Het begon allemaal zaterdag langs de weg, waar we verdeeld werden over twee busjes. We reden (voor mij voor de tweede keer) naar de Hot Springs, aka de warm water bronnen; het paradijs in the middle of nowhere, om er de hele dag te blijven.
Oscar, onze chauffeur en gids, was druk bezig met koken, terwijl wij zwommen en van het touw het water insprongen. Er was ook een groepje locals die helemaal dronken en high waren en op de hoogste takken boven het water hingen als apen. Beetje gevaarlijk, maar vooral heel grappig!
Tijdens de barbecue in de middag ontmoette ik allemaal nieuwe vrijwilligers van de andere groep.
Onderweg naar ons hotel in de stad Moshi, kwam de tweede auto vast te zitten in de modder. We gingen helpen met duwen, maar wie stond er recht achter het wiel? Ik... er zat een hele streep modder van mijn linkervoet tot mijn gezicht over me heen en het waren mijn enige kleren! Gelukkig was ik niet de enige. We gingen onze kleren wassen in een slootje waarin helder water uit een buis uitmondde. Oscar hielp ons mee met wassen en hing mijn broek voorin de auto om het snel op te laten drogen. De auto kwam uit eindelijk uit de modder en niet veel later kwamen we aan bij het Zebrahotel. De andere groep ging in het Buffalohotel. Het was heeeel fijn om eindelijk ergens te slapen met wat luxe. Het was dan wel een kleine kamer, maar had de beste douche die ik in 7 weken heb gehad (misschien wel beter dan thuis!). Eenmaal opgefrist trok ik mijn vochtige broek aan en besloot dan maar voor mijn pyjama shirt te gaan, zodat de ander kon drogen. We gingen met de grote groep eten bij de Indo-Italiaan en ik nam een heerlijke pasta pesto. Daniëlle en James en ik waren wel benieuwd naar een club waar Oscar het over had, maar wij waren daar de enige Mzungus en dat vonden de twee niet zo leuk. Hoewel ik het een leuke sfeer vond, zijn we toch maar naar het hotel gegaan, want de volgende dag zou een volgepland dagje worden.
Zondag.
We werden wakker met uitzicht op de bewolkte Kilimanjaro. Na een ontbijtje stapten we in de auto naar de watervallen. Na een tijd rijden stapten we uit en liepen langs hekken, gemaakt van dunne boomstammetjes, naar beneden. Het geruis werd steeds harder. De watervallen waren enorm hoog, het was prachtig! Gauw trokken we onze zwemkleren aan en liepen wankelend over de glibberige stenen naar het water. Het water was koud, maar heel verfrissend. Met een klein groepje liepen we door het water, op middelhoogte, richting de waterval. Het water kwam met zo een kracht naar beneden dat ik er niet eens naar kon kijken, omdat de wind die er vanaf kwam zo sterk was. Normaal ademhalen kon ook niet goed door de sterke wind, maar het was het waard. We klommen op een van de grote stenen aan de zijkant om op te drogen en aten terug aan de kant onze lunch.
Terug boven, na een aardig steil wandeltochtje, kwam een man naar ons toe met zo'n grappige kameleon op een stokje. Het arme beest kon alleen geen kant op en vasthouden kostte achteraf geld dus dat heb ik maar niet gedaan, maar wel sneaky foto's natuurlijk.
We reden vervolgens met de auto naar grotten. Eerst kregen we een vreselijk verhaal te horen of stammen die elkaar uitmoordden of als slaaf hielden, wat de reden voor het wonen in grotten was. De grot had eigen kamertjes voor slapen, voor koeien en nog meer. Heel bijzonder.
Onze reis vervolgde naar een oud, mager mannetje dat ons uit ging leggen hoe koffie gemaakt werd. Dat ga ik jullie besparen, want dat heb ik ook al een keer gedaan een paar weken geleden!
Het mannetje was grappig, lief en abnormaal enthousiast. Hij werd Baby Coffee genoemd (Opa Koffie).
Na een lekker koffietje gedronken te hebben was ons laatste activiteit in zicht: het startpunt voor klimmers van de Kilimanjaro! We zijn er maar kort geweest, op 1 kilometer hoogte, maar we konden mooi de twee toppen van de Kilimanjaro zien. Heel bijzonder!
Ik heb ook nog een souveniertje gekocht op de Kilimanjaro, dus dat is een mooi aandenken!
We gingen terug naar de auto en reden terug naar huis. Het is grappig dat het echt voelde als weer thuis komen. En Manka, onze kokkin, stond ons bijna gillend weer op te wachten omdat ze ons had gemist.
Een geweldig weekend waarin ik veel nieuwe mensen heb leren kennen en nieuwe dingen over Tanzania natuurlijk!

Veel liefs, Laura
(Dit weekend is mede mogelijk gemaakt door mijn ouders dus: bedankt pappa & mamma 😘😘😘)
---
Hotsprings

De Kilimanjaro

Babu Coffee

Watervallen

Reacties

Anoniem zei…
heel graag gedaan guapa xxx